Wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage ‘k heb de banden vol met wind, nee ik heb ja niks te klagen, wie döt mij wat, wie döt mij wat…..
Skik zong er enige jaren geleden al over: fietsen.
Fietsland
Nederland is een echt fietsland. Ik geloof dat er meer fietsen dan mensen in Nederland zijn. Op de straten, fietspaden, in de schuren, fietsenstallingen, parkeerkelders, grachten; overal zie je die tweewielers. Nou ja tweewielers; tegenwoordig hebben we natuurlijk ook de bakfietsen, ligfietsen, duofietsen… En, het begon natuurlijk ook als kind met de welbekende zijwieltjes. Ze houden je in balans zolang je dat zelf nog niet kunt. Je begint er mee en later als je groter bent, heb je ze vaak weer nodig.
Fietsen is gezond, het brengt je van A naar B (soms nog sneller dan de auto) en je kunt er ook nog meerdere mensen mee vervoeren. Spring maar achterop bij mij, achterop mijn fiets… Nou ja, je snapt wat ik bedoel.
10 km
Met een woon-werk/opdrachtgever afstand van een kleine 10 kilometer (en een paar kilo te veel op de weegschaal) vond ik het best een goed plan om eens op de fiets te gaan. Onze oudste dochter doet dat immers ook 5 keer in de week (ze moet zelfs nog iets verder fietsen en ruim 5 kilo aan boeken meeslepen). Dus hup; de banden vol met wind en gaan.
Frustrerend
Ik begon enthousiast en had het tempo er aardig in. Die winterjas en sjaal isoleerden goed en het begon langzaamaan toch behoorlijk te broeien daaronder. Man, man, man, terwijl ik dacht dat ik een redelijk tempo fietste, werd ik minstens zes keer ingehaald door van die jonge Max Verstappens die zonder ook maar enig teken van inspanning mij voorbij fietsten en me op een rondje achterstand zetten. Ik snap die Ocon wel dat ie Max eruit tikte in Brazilië. Zo frustrerend….
Oververhit
Ik trapte vol goede moed door en in 35 minuten was ik bij kantoor aangekomen. Jas uit, sjaal af, raam open, deodorant spuiten, water halen en bijkomen…. Na enige tijd was mijn lichaam weer afgekoeld en zat ik volop in mijn werk. De gedachte aan de terugweg verdrong ik. Maar ja… overnachten op kantoor leek me ook geen goed plan. Dus stapte ik rond 17.00 uur toch maar weer op mijn fiets.
Eenzame fietser
De terugweg voelde nog treuriger dan de heenweg. Mijn spotify werkte niet mee en ik moest het zonder muziek doen. De schemering zette in en op de lange weg langs de bossen voelde ik me die eenzame fietser. Die uiteraard weer op een rondje was gezet door zo’n jonkie. Ik zag het rode achterlampje verdwijnen in de verte…. Dat gat ging ik niet meer dichtrijden. Opgeven is geen optie. Terwijl de auto’s voorbij raasden, trapte ik door. Alleen nog even die bult op; terugschakelen naar de tweede versnelling (heb er maar drie) en blijven fietsen. Stilstaan is op dat punt letterlijk achteruitgang namelijk. Waar ik normaal mijn voet rustig op het gaspedaal houd, moet ik nu toch echt inspanning leveren.
Saaaaaiii
Die inspanning voelt op zich wel goed. Toch voelt het niet echt prettig om bezweet op kantoor aan te komen. En ik vind het bovendien heel saai om bijna 10 kilometer in mijn uppie te fietsen. Niemand om even tegenaan te kletsen, te zeuren of om samen stil mee te zijn. Ik word er niet echt vrolijk van.
Maar ja, ik ben geen visstick en wil niet te snel opgeven. Dus…. ik wil toch echt proberen minimaal 1 dag op de fiets te gaan. Het liefst twee keer, maar dat moet de agenda (=afspraken werk en thuis) ook toelaten. En ja, dat is natuurlijk een goede smoes/excuus…. Dat weet ik ook wel….
Oh; ik fiets op een ‘normale’ fiets en geen elektrische fiets. Ik snap de mensen met een elektrische fiets nu wel beter overigens…
Groeten,
Gaby
Ik ben Gaby Drees (1978), moeder van drie geweldige meiden (2006 – 2008 – 2011), vriendin van de leukste kerel en communicatiedeskundige. Geboren en getogen in Oldenzaal (Overijssel), gestudeerd in Groningen en nu woonachtig in een bruisend dorp in Twente. Ik ben eigenwijs, hou van vernieuwing/verandering, maak niet alles af waar ik aan begin en deel graag mijn belevenissen via blogs.
Je kunt mij ook volgen op mijn eigen site: klik hier
Comments (0)